Visie op goed zitten
Wat betekent het om ‘goed’ te zitten? Wanneer zit je precies goed? En dan bedoel ik het in de ergonomische zin natuurlijk. Er zijn veel verschillende visies als het gaat om goed zitten. De een waarschuwt voor het zitten met een kromme rug, de ander adviseert alle neuzen dezelfde kant op te laten wijzen en ik ben ook wel eens adviseurs tegengekomen die hun clientèle vertelden om altijd netjes in de 90 graden – 90 graden positie, rug tegen lendesteun, nek tegen neksteun te zitten. Want anders. Anders zou je zomaar een hernia of andere afwijkingen aan je wervelkolom kunnen ontwikkelen en op zijn minst vreselijke pijnen lijden. En als het dan gaat om kinderen en schoolmeubilair zijn er adviseurs en medici die waarschuwen voor het belang van een goede zithouding bij het voorkomen van een afwijkende ontwikkeling van de wervelkolom. Sommigen dreigen zelfs met het uiterste en roepen dat je van zitten zelfs eerder doodgaat. De enige remedie: voortaan alleen nog staand of fietsend (heel hip) achter een bureau werken. Tja.
Wat vind ik daar nu allemaal van? Niet dat mijn mening nou zo belangrijk is, maar het is misschien wel goed om te weten met welke visie op ergonomie je te maken hebt als je besluit met de informatie van deze website in de praktijk iets te doen. Wat is, met andere woorden, mijn visie op ‘goed zitten’. Nou, dat is eigenlijk vrij eenvoudig.
Ik ben geen fan van bangmakerij. Ja, veel zitten is belastend voor het lichaam, omdat het betekent dat je dan weinig beweegt. Daar ben ik het hartgrondig mee eens. Maar ik ben er niet van overtuigd dat een zithouding op zich slecht is; het is vaak heel begrijpelijk dat mensen willen zitten, want het is één van de natuurlijke lichaamshoudingen waarbij het lichaam rust en ondersteuning krijgt, terwijl het tóch productief kan zijn. En we leren dat al heel vroeg. Namelijk op de basisschool.
Omdat deze website schoolergonomie toch vooral gericht is op onderwijs, en in het bijzonder het primair onderwijs, zal ik mijn visie verder uitleggen aan de hand van de op onderwijs gerichte voorbeelden. Deze visie echter beperkt zich niet tot onderwijs alleen, wat geldt voor kinderen, geldt exact zo ook voor volwassenen, is mijn mening. Terug naar school: Wat betekent ‘goed zitten’ daar precies? Of misschien wel: Wat betekent het niet?
Mijn dagelijkse observatie leert me dat kinderen op de basisschool (maar ook op de middelbare school, hogere school en universiteit) in ieder geval heel veel zitten. Dat moet ook wel, want het meeste werk dat leerlingen moeten doen -bezien vanuit ergonomisch perspectief- houdt in: precisie-werk met een potlood of pen. Schrijven in een werkboek dus. Bij rekenen, taal, wereldoriëntatie, noem maar op, zijn er vrijwel altijd werkbladen of werkboekjes waarin gewerkt mag worden. Met pen of potlood schrijven of kleuren. En dat hoeft niet, maar gaat nu eenmaal het makkelijkste als je zit en een mooi vlak schrijfoppervlak op de juiste hoogte voor je hebt. Helemaal niet erg, lijkt me prima ergonomisch verantwoord. Natuurlijk is er wel een ‘maar’.
Je hoeft niet gestudeerd te hebben om te bedenken dat per dag 5-6 uur lang en achter elkaar aan een houten stoel en tafel zitten niet zo ‘ergonomisch’ is, niet goed voor je lichaam dus. Gelukkig doen basisschoolkinderen dat niet. Die gaan namelijk direct wiebelen als hun billen zeer doen, of staan. Of ondersteboven, achterstevoren, op zijn kop op een stoel zitten. Vraag een willekeurige leerkracht en deze zal beamen dat kinderen -zeker de jonge kinderen- op een heel natuurlijke wijze en de hele dag door van houding wisselen. Heel fijn dat ze dat van nature, dus zonder enige vorm van instructie, al heel goed doen.
En wat gebeurt er nu met kinderen die van nature iets meer dan gemiddelde bewegingsdrift of energie hebben? Die krijgen een wiebelkussen. Want te veel wiebelen of staan verstoort ook de les. En op zo’n wiebelkussen zou je kunnen wiebelen, zonder dat anderen last van je hebben. En dát is het meest onverstandige wat je kunt doen, naar mijn mening. Want het wiebelen is natuurlijk niet het werkelijke probleem. Het probleem is dat dit kind voor zijn/haar lichamelijke behoefte teveel zit!
Een wiebelkussen op de stoel plaatsen en denken dat daarmee een probleem verholpen is, is een illusie. Er is juist een probleem gecreëerd. Want áls je zit, zit je ergonomisch gezien het beste op meubilair dat past bij jouw lichaam en lichaamsmaten. Je voeten moeten goed op de vloer kunnen staan, de randen van de stoelzitting moeten niet drukpunten in je bovenbeen geven, tegen een rugleuning moet je daadwerkelijk kunnen leunen, en een tafel moet niet te hoog, niet te laag zijn. Schoolmeubilair is er gelukkig in verschillende hoogtematen, en vrijwel elk kind kan dus een passende tafel en stoel vinden. Maar wat gebeurt er als een wiebelkussen op de stoel wordt gelegd? Dan verhoog je kunstmatig de zithoogte; kind staat minder goed met de voeten op de vloer, kan de rugleuning niet meer optimaal gebruiken, de tafel wordt te laag en de beenruimte minimaal. Een hogere tafel neerzetten is soms een oplossing, maar lost de stoel-problemen niet op. Kortom; ergonomische ellende. En dat alleen maar omdat het kind zijn natuurlijk neiging volgt; niet teveel zitten, maar staan en lopen!
OK, ik ben dus geen fan van bangmakerij, en ook niet van ‘ergonomische’ wiebelkussens. Maar waar dan wél van? Nou, ik vind het vooral belangrijk dat kinderen niet te lang achter elkaar zitten en dat áls ze zitten, ze dit doen op stoelen en aan tafels die passen bij hun lichaamsmaten, zodat ze niet gedwongen worden om in een verkeerde houding te zitten. Want al die mooie ‘goed zitten’ lesprogramma’s leren je wel dat je rechtop moet zitten en niet gedraaid (‘alle neuzen dezelfde kant op’). Maar dan sla je naar mijn mening een stap over. Je kunt gewoon als kind niet echt goed zitten op meubilair dat voor een volwassene is ontworpen. Of voor een kind uit groep 7, als je zelf nog in groep 4 zit. En hoe vaak moeten kinderen op de basisschool niet gedwongen zitten op meubilair dat niet bij hen past? Helemaal niet erg voor een keertje hoor. Maar niet erg verstandig als het de standaard is, en ze bijvoorbeeld aan niet-passend meubilair moeten leren schrijven en hun toetsen moeten maken.
Leren schrijven aan niet passend meubilair? Heeft invloed op het resultaat: Zonder goede ondersteuning kost het meer moeite om precisiewerk zoals schrijven te doen. Gevolg: niet netjes schrijven. Kinderen die niet netjes schrijven, kunnen hun eigen handschrift minder goed lezen, dus van fouten die ze maken, kunnen ze ook minder goed leren.
Toetsen maken aan niet passend meubilair? Heeft invloed op het resultaat: Kinderen die niet lekker zitten op hun stoel gaan schuiven en wiebelen. Als je niet lekker zit, wordt lang concentreren op een moeilijke taak nóg moeilijker. Je wordt dan als het ware door de lichamelijke prikkels van je eigen lichaam extra afgeleid. Dus juist bij het maken van een toets is goed en comfortabel kunnen zitten heel erg belangrijk! Het wetenschappelijke bewijs daarvoor heb ik helaas niet (zoiets is trouwens ook erg lastig onomstotelijk te bewijzen). Maar maakt het uit? Gezond verstand zegt soms genoeg, want iedereen herkent het wel. En bovendien: waarom zou je het niet doen?
Mijn visie samengevat in een advies:
– Zorg ervoor dat meubilair waar de kinderen langdurig aan zitten is afgestemd op hun lichaamslengte (en om preciezer te zijn: hun onder en bovenbeenlengte). Meubilair waar je maar kort aan zit, hoeft echt niet perfect ergonomisch aan te sluiten.
– Zorg ervoor dat meubilair waar kinderen leren schrijven en/of toetsen maken wél goed is afgestemd op hun lichaamslengte
– Zorg ervoor dat kinderen hun natuurlijke behoefte om te bewegen kunnen volgen; geef hen variatie in lichaamshouding, bijvoorbeeld door staand of liggend werken, of even een rondje rennen mogelijk te maken.
– Zorg ervoor dat kinderen niet te lang achter elkaar precisiewerk aan een tafel doen; bied variatie van lesmethoden zodat niet altijd maar in werkboekjes geschreven moet worden. Want rekenen en taal kun je natuurlijk ook best in beweging leren!
Als je dat doet, zou het zomaar eens kunnen dat je kinderen een goede werk- en lichaamshouding aanleert, waardoor ze later van nature nog steeds weten dat ze niet te lang achter elkaar moeten zitten. En dat het meubilair bij hun lichaam moet passen. En dat bewegen fijn en goed is. En zou het zomaar eens kunnen dat ze daardoor later veel minder vaak een hernia oplopen of hun ruggen scheef groeien. Dat lijkt me toch iets waar je geen nee tegen zegt. Of wel?