Peter de Beenmeter

Peter de Beenmeter is een hulpmiddel bedoeld voor kinderen en leerkrachten op de basisschool waarmee de lengte van het onderbeen en bovenbeen gemeten kan worden. Het advies voor de best passende stoelzittinghoogte is door de schaalverdeling op het meetlint direct en eenvoudig af te lezen.

Schoolmeubilair is volgens de meest recente norm voor schoolmeubilair beschikbaar in 7 verschillende hoogtematen en deze maten zijn kleur-gecodeerd. Naast het meetlint Peter de Beenmeter, zijn er meer hulpmiddelen voor het juist aanmeten van schoolmeubilair waaronder een kleurcoderingsstickers voor ouder schoolmeubilair dat nog niet kleur-gecodeerd is, diverse meetbladen voor leerkracht en leerling en een digitale rekenmodule voor ondersteuning van het logistieke proces.

Hoe Peter tot stand kwam

Peter de Beenmeter is een vernieuwde en verbeterde versie van de oorspronkelijke ‘Peter de Onderbeenmeter’. Peter de Onderbeenmeter en het bijbehorende instructieboekje ‘Schoolmeubilair, hoe zit dat?’ werden in 2006 gepubliceerd en kwamen voort uit een samenwerkingsverband tussen de NVS (Nederlandse Vereniging Schoolmeubelfabrikanten, inmiddels opgeheven), NEN (Nederlands Normalisatie Instituut) en TU Delft in de vorm van een afstudeerproject en daaruit volgende spin-offs. Uit eerder gepubliceerd onderzoek van de TU Delft bleek dat voor de ‘lange’ Nederlandse leerling populatie een extra hoogtemaat te verdedigen viel (Molenbroek ea, 2003). Toen in 2006 een nieuwe Europese norm voor schoolmeubilair tot stand kwam, werd hierin deze extra hoogtemaat opgenomen, als ook een nieuwe aanmeetprocedure op basis van de onderbeenlengte. Eerder was een aanmeetmethode op basis van totale lichaamslengte gangbaar, wat ergonomisch gezien een minder nauwkeurige ‘fit’ oplevert.

Het ontwerp en de naam voor de originele Peter de Onderbeenmeter werden in het kader van genoemde afstudeeropdracht bedacht door Masja Notenboom. Zij is momenteel werkzaam als zelfstandig research consultant (Masja Notenboom | Design & qualitative research).

In 2010 deden Renate de Bruin (Erin Ergonomie en Industrieel Ontwerp) en Johan Molenbroek (TU Delft) in opdracht van de NVS een literatuurstudie naar de effecten van schoolmeubilair op de leerprestaties. Mede naar aanleiding van deze studie startte Renate op een basisschool in Nijmegen een meetstudie (2014 – 2018) waarbij van alle kinderen elke 6 maanden de onderbeenlengte en bijpassende stoel/tafelmaat werden bepaald. Uit de meetgegevens van deze praktijkstudie bleken al snel dat de originele Peter de Onderbeenmeter voor een correct ergonomisch advies diende te worden ‘geijkt’ met het schoolmeubilair ter plaatse. Ook bleken de boekenlades onder het tafelblad de beenruimte zó klein te maken dat kinderen op de grens tussen twee maten vaak een betere ergonomische lichaamshouding lieten zien op het hogere meubilair.

Tijd voor een update van Peter dus.

Waarin verschilt de nieuwe Peter van de oude?

De oude Peter de Onderbeenmeter stelde de hoogtematen van de stoel volgens de norm centraal. De nieuwe Peter neemt de werkelijke hoogtematen van het schoolmeubilair ter plaatse als uitgangspunt. Dat betekent dat in theorie elke school zal werken met een gepersonaliseerde versie van de meter.

Ook wordt in de nieuwe versie een gewijzigde aanmeetmethode gebruikt, resulterend in andere ‘overstapmomenten’. De reden hiervoor is de grotere behoefte aan beenruimte bij tafels met lades onder het tafelblad. Dit type tafel is populair op veel Nederlandse basisscholen. De consequentie hiervan is dat kinderen eerder naar een hogere maat overstappen en dan dus met de voeten nog niet geheel vlak op de vloer zullen staan.

Met de nieuwe versie, toepasselijk Peter de Beenmeter genoemd, kunnen ook de bovenbenen worden gemeten. Kinderen met langere bovenbenen en/of vollere billen geven vaak aan comfortabeler te zitten op een grotere stoelmaat, niet vanwege de stoelhoogte, maar vanwege de grotere stoelbreedte en diepte. De combinatie van het meten van de bovenbeenlengte en onderbeenlengte geeft daarom voor deze kinderen een beter advies.

Dat geldt ook voor kinderen die schoenen met een relatief hoge hak of dikke zool dragen. Veel meubelfabrikanten gaan uit van een gemiddelde hakhoogte voor schoenen van 2-3 cm. In de praktijk komen echter ook hakhoogtes van 4 cm bij kinderschoenen voor. Het meten van alleen de onderbeenlengte geeft dan een vertekening. Bij deze kinderen is het beter om te wachten met een grotere maat tot de bovenbeenlengte en daarmee ook de rest van het lichaam ook beter passen bij een grotere tafel/stoelmaat.

Waar kan ik Peter de Beenmeter verkrijgen?

Hier! De keuzehulp kan helpen bij het bepalen van de juiste Peter. Na invullen wordt direct een downloadlink per email toegestuurd.

Deze gratis versie ‘Peter de Onderbeenmeter’ moet nog op A3 geprint worden en is daarna met wat knip- en plakwerk eenvoudig in elkaar te zetten.

Er is ook een kant-en-klare versie, gedrukt op stevig folie. Deze is ook via de keuzehulp te bestellen. Deze stevige ‘Peter de Beenmeter’ is ook wat langer, waardoor zowel het onderbeen als het bovenbeen gemeten kan worden. Aan het bestellen van de kant-en-klare versie zijn wel kosten verbonden.

Copyright © 2024 - Erin | Schoolergonomie